Werk

Niks is erger dan een kunstenaar die aan z’n tweede werk werkt. Want dan ga je zien of de hoge beoordeling van het vorige werk klopt of geluk was.

Ik voel me nu in die tweede fase zitten. Na het afronden van een van de fijnste periodes uit mijn leven, heb ik het gevoel dat ik leeg ben. Dat ik niet uit mezelf kan halen, waarvan ik van mezelf verwacht dat ik het eruit kan halen.

De constante begeleiding, geen verwachtingen, kinderlijke naïviteit in het maken en geen ruis op de lijn (lees: verplichte schoolopdrachten waar ik in een half uur mee klaar kan zijn, maar door mijn adhd drie weken over doe), hebben ervoor gezorgd dat ik als een prachtige “Roos van Jericho” kon bloeien, en ook echt voor het eerst in mijn leven als een vrolijk bloempje door het leven huppelde.

Nu ik weer ben veranderd in een bruin ingedroogd bolletje twijgen, voel ik me ook echt als een bruin, stram, hard, lelijk bolletje twijgen. Terwijl er allemaal leuke en fijne dingen zijn ontstaan uit mijn vorige project, krijg ik het niet voor elkaar ze te ordenen en aan te pakken.

Dus zitten we weer in de welbekende spiraal van zelfhaat en negativiteit.

Ik zal eens ffkes heeeeel eerlijk met jullie zijn: ik ben daar godverdomme wel klaar mee!

Dat con-stan-te gezeik tegen mezelf. Het nog steeds doen van dingen waar ik geen energie van krijg. Dingen waarvan ik denk dat ik ze moet doen, dingen die ik doe omdat ik het “nu eenmaal altijd zo doe” en dingen die ik doe omdat ik denk dat anderen vinden dat ik ze moet doen omdat als ik niet doe wat anderen denken dat ik moet doen ik niks doe.

Wat een gedoe.

En dan HEB je EINDELIJK een atelier, gaan de buschauffeurs wéér thuis op hun reet zitten, waardoor ik daar ook weer niet naartoe kan.

Man man man, wat ben ik toch zielig. Mijn zwelgje is terug van weggeweest, het woordje “maar” heeft zich weer gemanifesteerd in mijn brein en ik kan mezelf weer niet zetten tot doen waar ik, deze grote vriendelijke reus, zo enorm gelukkig van wordt.

Weet je wat…

Ik word mijn eigen werk. Mijn tweede werk gaat over mij. Moet zorgen dat ik met plezier aan mijn derde, vierde, duizendste werk kan gaan werken.

Want zolang ik niet voor mezelf werk, werkt het niet.