Verlatingsangst

Nog steeds ga ik een aantal keer per week met het fietsje naar de bushalte, om daar een bus te pakken naar Tilburg, om daar een bus te pakken richting Stappegoor, om dan nog een paar minuten te lopen, mezelf door een draaideur te persen, moeilijk steile trap op te klimmen om dan neer te vallen op een stoel. We zijn op school.

Nog een paar weken ga ik dit doen. Want eind maart wil ik mijn hele hebben en houwen in gaan leveren, laten beoordelen en klaar zijn.

Ik heb het al eens eerder gedaan, zo’n zeven jaar geleden. Toen ik klaar was met de opleiding die mij muzikant maakte, studeerde ik af en kwam ik in dat “wat gaan we nu eens doen?” gat terecht.

Ik denk dat iedereen een aantal keer om dat gat heen danst voordat ze erin springen, alleen ik merk dat, nu ik bijna 29 ben, het toch anders voelt dan toen ik 21 was. Dat ligt niet persé aan dat ik ouder ben en minder goed kan springen, maar meer aan dat, toen ik 21 was, er een stuk minder druk op me leek te liggen.

Er zijn tal van voorbeelden te noemen. Klimaat, woning te kort, alles duurder, we kunnen het kruit van de derde wereldoorlog al ruiken en vergeet niet dat er nog een paar jaar Covid tussen zat die mentaal ook de olifantenpaadjes in de hersenen heeft gesleten.

Ik was er altijd van overtuigd dat als je ouder wordt het leven een stuk makkelijker zou zijn. Dat je dan weet wat je wilt, meer rust hebt, meer zekerheid en vooral minder stress.

Maar nu het einde van iets in zicht komt en ik daar enorm tegenop kijk, voel ik alles wat ik hiervoor beschreef juist veel zwaarder en negatiever dan 7 jaar geleden. Hoe ik daarmee om moet gaan weet ik niet, maar ik begrijp wel waarom mensen het inleveren van het eindwerk tot het einde der tijden uitstellen.

Het geeft een schijn rust. Het gevoel dat je nog even kunt experimenteren en nog even niets hoeft. Het geld van Duo elke maand helpt natuurlijk ook enorm en verlicht nog meer druk van de ketel.

Maar het remt me ook. In mijn ontwikkeling, opbouwen van een CV en vooral zorgen dat mijn Zuid Afrikaanse parel een visum kan krijgen. Daarvoor zal ik toch echt een baan en andere stabiele factoren moeten hebben.

Misschien ga ik wel lesgeven daar, in dat gebouw op Stappegoor. Dan kan ik tot het einde der tijden mezelf door de draaideur blijven persen tot ik erbij neerval.