Traumahelicopter

Daar zit ik dan met m’n grote bek. Verscholen achter het zelfgecreëerde imago van een grote gast met een baard, tatoeages en iemand die grapjes maakt over alle onderwerpen die een te dicht in de buurt komen, zit ik mijn tranen in bedwang te houden.

Ik zit tegenover een groep heel sterke jonge mensen die een voor een hun verhaal vertellen. Over henzelf. Over het leven. Over dingen die leuk zijn. Over dingen die kut zijn. Zaken waar ik op die leeftijd nog niet eens over durfde na te denken, laat staan over durfde te praten.

Wat me opvalt is hoe iedereen haar, zijn of hen eigen shit heeft. En dan heb ik het niet over “ik heb mijn teen gestoten toen ik vier jaar was”, maar over diepgewortelde trauma’s.

Voor mijn gevoel is dat iets waar wij als generatie pas echt naar graven. Waar wij als generatie pas echt aan durven te zitten. Alsof we alle fucking teringzooi van onze (groot)ouders aan het opschonen zijn. Nouja, niet alsof…

Schatkistje openen hier, keldertje daar. “Ow huh in deze kist waarvan ik dacht dat er niks in zat, zitten nog vijfentwintig zwarte dozen verstopt, die onmogelijk te breken zijn.” De bezem halen door al die pijn maakt ons moe. Versleten. Op. Klaar. Leeg.

Waar ik vooral van schrok? Hoeveel mensen gescheiden ouders hebben. En hoe weinig we daar als maatschappij bij stilstaan. Dat dat echt. Echt. ECht. ECHT! Heel erg kut is.

Ik was twaalf toen mijn ouders besloten om de gezamenlijke plicht van het ouderschap niet meer te dragen. Zag ik het aankomen: zeker. Vond ik het fijn dat ze stopten met ruzie maken: ja.

Alleen de ruzie stopte niet. En de spanning ook niet. En het kiezen tussen je ouders maakte het alleen nog maar kutter.

Kiezen. Tussen. Je. Ouders. Is. Kut.

Ik weet het eigenlijk ook niet meer. Ik begon aan deze column met een gevoel van verdriet, maar ik voel me nu eigenlijk vooral heel boos.

Boos op alle shit die ons is en wordt aangedaan. Boos op een maatschappij die ons wegzet als zwak. Als zeikerds. Zielige mensjes die niks kunnen hebben.

Boos dat ons niet is geleerd hoe we met onze trauma’s kunnen dealen. Boos op onze ouders die hun trauma’s nooit hebben verwerkt waardoor wij er nu mee zitten. Boos op onze grootouders die hun trauma’s nooit hebben verwerkt, waardoor onze ouders ermee zitten, waardoor wij er weer mee zitten.

Soms voel ik me een fucking trauma helikopter. Mijn hele lichaam zit vol met verdriet en negatieve gevoelens, maar ik kan alleen maar een beetje rondjes vliegen. En als ik dan land, dan is dat alleen maar omdat er iets heel heel heel ernstigs is gebeurd. En dat mag dan weer mee naar boven.

Maar goed. Deze helicopter is aan de beurt. Tijd om te huilen.